Gereedschap

Met het juiste gereedschap wordt planten, snoeien en stekken een stuk gemakkelijker!
Met een pincet kun je bodemplanten makkelijk in de grond plaatsen. Epifyten (planten die op hout of steen leven) kun je vastmaken met touw of lijm.


Snoeien
De eers

Met het juiste gereedschap wordt planten, snoeien en stekken een stuk gemakkelijker!

Met een pincet kun je bodemplanten makkelijk in de grond plaatsen. Epifyten (planten die op hout of steen leven) kun je vastmaken met touw of lijm.

Snoeien
De eerste weken nadat de planten in het aquarium geplaatst zijn, hoeft er niet gesnoeid te worden. Beschadigde en bruine bladeren mogen wel altijd verwijderd worden, zelfs meteen bij de aanschaf. Later kan er gesnoeid worden om planten voller te houden en niet teveel uit te laten lopen. Snoei niet meer dan de helft van de plant. Sla de nieuwe scheuten over en snoei de grote bladeren. Gebruik hiervoor een gebogen schaar om er goed bij te kunnen.


Rozetplanten en knolplanten kun je uitdunnen door bladeren rondom het hart weg te knippen. Voor wortelstokplanten geldt dat een deel van de wortelstok afgeknipt kan worden. Mossen kun je bijknippen aan de zijdes. Bodembedekkers kunt u bijknippen aan de bovenkant.


Stekken

Een plant van vijf tot tien centimeter mag als een nieuwe plant worden beschouwd. Je kunt ervoor kiezen om gebruik te maken van een moederplant. Deze planten zijn minimaal een half jaar oud en over het algemeen groot van formaat. Je plaatst ze het beste in de achtergrond. Kleinere exemplaren kunnen ook in de middenzone. Deze stevige planten doen het vaak goed, en zijn perfect om te stekken. Hieronder wordt het stekken per soort uitgelegd:

Stengelplanten: Een stengelplant kun je stekken door de stengel drie à vier centimeter boven de bodem af te knippen, en de stengel met wortel opnieuw in de bodem te plaatsen. Er zal dan een nieuwe scheut groeien.

Rozetplanten: Hoe je een rozetplant moet stekken verschilt een beetje per ondersoort. Sommige rozetplanten vormen meerdere rozetten waar bladeren uit komen. Je kunt één van deze rozetten voorzichtig afbreken. Andere soorten maken uitlopers na het snoeien, die u kunt verplanten.

Knolplanten: De lotus knolplant zal zich vanzelf voortplanten. Er vormt een nieuwe plant en de oude knol wordt losgelaten. Controleer of de oude knol nog steeds in goede staat is en niet gaat rotten.

 
Wortelstokplanten: Een wortelstukplant waar de stengels uit meerdere verdikkingen of knopen groeien, kan eenvoudig gesplitst worden. Doe dit met een plant die al goed heeft kunnen groeien.


Mossen: Mossen breiden vanzelf uit. Je kunt ze voorzichtig uit elkaar trekken en opnieuw plaatsen.

Drijfplanten: Drijfplanten vormen uitlopers waar nieuwe drijfplanten uit groeien. Deze nieuwe planten laten vanzelf los of u kunt ze los knippen.